Welzijn op Recept in de stad Venlo is anders dan in kleine dorpen in de Noord-Limburgse regio van huisartsenorganisatie Cohesie. Toch zouden huisarts Nanda Flos en praktijkmanager Monique Pronk van Praktijk vanNoord die dynamiek ook graag in hun praktijk zien. De praktijk wil een spil in de wijk zijn die goede medische zorg levert, maar ook scope houdt op psychosociale ontwikkelingen.
Zo'n anderhalf jaar geleden voerde Praktijk vanNoord in Venlo net als andere huisartsenpraktijken in de Cohesie-regio Welzijn op Recept in. “Niet zozeer vanuit Cohesie-beleid”, aldus Flos, “meer omdat Welzijn op Recept paste in de lijn waar we al mee bezig waren. We deden het eigenlijk al, maar nog onwetend van de precieze mogelijkheden. De invoering zorgde voor formalisering en verder uitbouwen van wat we al deden. Ook hadden we behoefte aan vastigheid en duidelijkheid om de interventie te borgen.”
Pronk beaamt dat: “Ik werk hier al vijf jaar als praktijkmanager, gedetacheerd door Cohesie. Ik zat ook in de projectgroep Welzijn op Recept en was als zodanig verantwoordelijk voor de invoering van de interventie in de gemeentes Venlo en Peel en Maas. Vanuit die dubbelrol heb ik in die twee gemeentes het startgesprek opgezet met vragen als: Wat speelt er in de praktijk qua welzijn? Wat is er al? Waar liggen behoeftes wat betreft samenwerking van zorg en welzijn? Allereerst is een vast gezicht, een vaste welzijnscoach belangrijk. En continuïteit zodat ook bij wijzigingen van bestuursperiodes Welzijn op Recept toch blijft doorgaan. Opnieuw aanbesteden kan leiden tot wisselingen in personen en/of afspraken. Voor huisartsen is dat heel vervelend. Het is dan onduidelijk naar wie de huisarts moet verwijzen en hoe de welzijnscoach te bereiken is.” Bovendien moet de verwijzer weer bij nul beginnen met het opbouwen van een relatie, waarbij vertrouwen en weten wat je aan elkaar hebt cruciaal zijn.
Welzijnscoach in de praktijk meerwaarde
In Praktijk vanNoord kan iedereen die werkzaam is in de huisartsenpraktijk verwijzen, ook de assistenten. De POH-GGZ fungeert soms als tussenpersoon, zeker als de verwijzer twijfelt of de casuïstiek wel passend is bij Welzijn op Recept.
Pronk: “Onze welzijnscoach heeft een dubbelfunctie: welzijnscoach en maatschappelijk werker. Zij zit één keer per week in de praktijk. Je kan zo even bij haar binnenlopen, om iets te vragen of even te sparren. Zo leren de verwijzers ongedwongen hoe ze moeten verwijzen.” Flos: “Voor ons is het echt een meerwaarde dat ze hier aanwezig is. Je ziet en spreekt iemand, zij kan makkelijk even terugkoppelen. Haar aanwezigheid in de praktijk is ook een reminder, we worden weer getriggerd om te verwijzen.”
Werken op wijkniveau
Voor deze Venlose huisartsenpraktijk is Welzijn op Recept meer dan een geweldige mogelijkheid om patiënten met psychosociale klachten te kunnen helpen. De interventie past ook helemaal in hun visie om als huisartsenpraktijk dichter op de wijk te zitten. Flos: “Huisartsen worden steeds meer afgerekend en beoordeeld op acute en chronische medische zorg die zij leveren. Wat daarbuiten gebeurt, telt niet mee. De sociale zorg neemt af, er zijn wachtlijsten. Daardoor moeten we juist meer inzetten op andersoortige zorg en meer werken op wijkniveau.”
Venlo Noord is een complexe wijk: “Het verenigingsleven is de afgelopen jaren weggevallen. Flats zijn platgegooid. Er is nieuwbouw, ook mooie huurwoningen. Er zijn nieuwe bewoners gekomen, maar de sociale cohesie ontbreekt nog. We moeten de wijk echt van onderaf opbouwen, daar moeten we elkaar in vinden.”
Landen op warme plek
Praktijk vanNoord heeft dan ook het Wijkakkoord geïnitieerd. “Er zijn veel spelers in de wijk, de bal ligt in het midden, maar niemand pakt hem op”, aldus Flos. “Iedereen kijkt naar de ander. Er gebeurt wel van alles, maar vaak versnipperd. Mensen weten niet wat er is. Ondersteuning komt niet altijd bij wie het nodig heeft.”
Pronk: “De praktijk ziet het belang en stapt in dat 'gat'. Samenwerking is nodig om bewoners te laten landen op een warme plek in de wijk, waar ze duurzaam kunnen verblijven in een vertrouwde omgeving.” Om dat voor elkaar te krijgen zet de praktijk Welzijn op Recept in. Daarnaast is zij ook zelf actief. Flos: “We hebben een groepje mensen met wie we activiteiten opzetten. Je krijgt zo een ander contact met je patiënten. Zo is de beweeg- en moestuin Meeuwbeemd geopend en krijgt steeds meer vorm. Om wijkbewoners enthousiast te maken, zeg ik dan: 'ik ben er, kom je ook? Ik ben bekend, een vertrouwd gezicht, dat werkt.”
“Het is een overgangsfase”, aldus Pronk. “Er is een heel andere dynamiek in de stad dan in een dorp met actieve inwoners, die allerlei taken op zich nemen. Uiteindelijk zou je wel toe willen naar wat daar gebeurt: mensen die geholpen worden in hun eigen wijk, hun eigen straat, met bewoners die naar elkaar omkijken.”